top of page

Succes in Katowice?

blog - 21 November, 2018

Op maandag 3 december start in Katowice de 24ste Conferentie van Partijen onder het VN Klimaatverdrag. De uitkomst in Polen is belangrijk voor de werking van het 3 jaar eerder afgesloten Parijs-akkoord. De strijd om de doelstellingen van het akkoord te behalen moet dan nog beginnen. En die begint bij ons.

Poolse spelregels voor een Frans akkoord

​

Begin volgende maand komen onderhandelaars samen in Katowice om een akkoord te vinden over “de spelregels” van het Parijs-akkoord. Daarmee doelen ze op de systemen voor de monitoring en rapportering van de nationale klimaatplannen, officieel het “Enhanced Transparency Framework” en de “Global Stocktake”. Die systemen zijn erg belangrijk o.w.v. de specifieke aanpak die het akkoord volgt, een aanpak die sommige onderzoekers “experimenteel bestuur” noemen. In die aanpak wordt voor open i.p.v. bindende doelstellingen gekozen waarbij de betrokken partijen zelf bepalen hoe ze actie ondernemen, die actie zelf monitoren en daar ook zelf over rapporteren, en tot slot de collectieve vooruitgang opvolgen en hun ambities navenant bijstellen.

paris.jpeg

 

Velen vragen zich of deze aanpak een reële kans op slagen heeft. Ervaring met andere verdragen lijkt te suggereren van wel. Het VN Verdrag inzake de rechten van het kind, en dat inzake de rechten van personen met een handicap volgen een gelijkaardige aanpak. In de milieusfeer is er het Montreal Protocol (betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken), een verdrag dat breed gezien wordt als een succes. De klimaatverandering aanpakken is natuurlijk een veel moeilijker probleem dan de ozonlaag beschermen. Toch lijkt succes dus niet per sé onmogelijk.

 

De ervaring met bestaande verdragen leert ons wel dat om die kans op slagen te handhaven de uitwerking van de klimaatspelregels cruciaal is. Daar is nog heel wat werk aan, zo blijkt. Hoe meten we de uitstoot van broeikasgassen? Hoe rapporteren we over mitigatie (het voorkomen van verdere klimaatverandering)? Of over adaptatie (het aanpassen aan de reeds veroorzaakte klimaatverandering)? Hoe moet al die informatie gesynthetiseerd worden? En wie zal daar verantwoordelijk voor zijn? Het zijn maar enkele van de vragen die de onderhandelaars nog moeten beantwoorden.

​
Wat dan?

​

Laat ons nu veronderstellen dat ze wat dat betreft in Polen hun werk zullen doen, wat dan? Dit brengt ons bij de twee andere cruciale thema’s die in Katowice aan bod zullen komen. Eerst wordt verwacht (gehoopt) dat landen hun post-2020-klimaatambities flink zullen opschroeven. Het recente IPCC rapport over 1.5°C opwarming toont nog maar eens aan hoezeer dat nodig is. Daarnaast wordt verwacht (gehoopt) dat de financieringsstroom naar ontwikkelingslanden stevig zal toenemen. Want ook daar liggen de huidige inspanningen ver onder wat nodig en verschuldigd is. Maar wat zal regeringen ertoe leiden om hun ambitie ook effectief te verhogen?

​

Het lijkt er niet op, zeker in eigen land, dat politici dit (voldoende) uit eigen beweging zullen doen. Een gedegen klimaatbeleid voeren is een complex, langdurig proces dat beleidsniveaus en -afdelingen overspant en grote investeringen vraagt. Daar is veel politieke wil voor nodig, iets waar het tot op heden klaarblijkelijk aan ontbreekt. Die wil vinden wordt enkel bemoeilijkt doordat niemand op dit moment precies weet wat de (verdeling van) effecten, kosten en baten zullen zijn van de transitie naar een klimaatneutrale wereld (al weten we natuurlijk wel dat een gebrek aan actie in onze contreien voornamelijk elders gevoeld zal worden). Zij die vrezen, dan wel weten, dat ze tot de verliezers zullen behoren proberen de transitie tegen te houden. Is er nog het feit dat quasi geen enkele politicus gezien wil worden als degene die de rekening voor de burger verhoogt, zelfs als het gaat om investeringen die zich – ook in eng gedefinieerde economische termen – dubbel en dik terugbetalen. We moeten er m.a.w. niet te veel op hopen dat de verandering zomaar van bovenaf zal komen.

 
De echte motor van het klimaatakkoord

 

Van waar moet ze dan wel komen? Daarvoor kunnen we opnieuw kijken naar die verdragen waar de aanpak van het klimaatakkoord al resultaat heeft opgeleverd. De transparante monitoring en rapportering van de toestand van bepaalde mensenrechten liet burgers, NGOs en andere spelers toe om in detail na te gaan hoe hun regeringen handelden. Het gaf hen de informatie die ze nodig hadden om te mobiliseren, naar de rechtbank te trekken, en verbetering te eisen. Kortom, de aanpak heeft gewerkt daar waar mensen ermee aan de slag zijn gegaan. De echte motor van het klimaatakkoord zit dus in u en ik. Wanneer onze politici onvoldoende inspanningen leveren, is het aan ons om hen aan te sporen tot meer. Dat doen we niet enkel door bewuster te consumeren, al is dat natuurlijk ook van belang. Vele van de uitdagingen zijn structureel – infrastructuur, economisch beleid, etc. – en vereisen dus politieke oplossingen. En bijgevolg ook politiek engagement.

 

Het goede nieuws is dat we weten dat zo’n engagement werkt. Op 9 oktober won het burgerinitiatief Urgenda het beroep in haar klimaatzaak tegen de Nederlandse overheid. De rechter bevestigde de eerdere uitspraak die stelde dat Nederland haar broeikasgasuitstoot tegen 2020 met 25% moet verlagen t.o.v. 1990. Dit succes trok aandacht van over heel de wereld, en heeft mij alvast geïnspireerd om mede-eiser te worden van de Belgische klimaatzaak. Geen zorgen dus voor zij die niet met een spandoek in Brussel willen rondlopen, er zijn voldoende alternatieven. Neem contact op met uw lokale gemeenteraads- of parlementslid om hen aan te manen tot ambitieuzer beleid, kijk op de site van bijvoorbeeld Transitie Netwerk Middenveld of Transitie Vlaanderen voor een initiatief bij u in de buurt, of voor zij die wel naar Brussel willen: op 2 december is er de Claim The Climate mars. Dit soort acties geeft meteen ook een grotere stem aan de politici die wel volop de klimaatverandering willen bestrijden. Zoals de rechter in Nederland het stelde: het feit dat klimaatverandering een mondiaal probleem is, ontslaat ons niet van de verplichting om naar eigen vermogen inspanningen te leveren.

bottom of page